Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ziet, Ik zal te dien tijde al uw verdrukkers verdoen; en Ik zal [69]de hinkenden behoeden, en [70]de uitgestotenen verzamelen; en [71]Ik zal ze stellen tot een lof, en [72]tot een naam, [73]in het ganse land, waar zij beschaamd zijn geweest. 69. Dat is, mijne kerk, die nu aanstoot lijdt. Zie de aantekening bij Micha 4:6, en verg. Ezech.34:16; Micha 4:7. 70. Door de uitgestotenen verstaan enigen de heidenen, gelijk ook Micha 4:6; anderen die, welken in ballingschap vervoerd en verstoten waren. 71. Te weten, mijn volk, de kerk, die Hij straks genoemd heeft de hinkende, of kreupele en uitgestotenen. 72. Dat is, tot eer, gelijk in vs.20. 73. Hebr. in het ganse land hunner schaamte. Anders: welker schaamte over de ganse aarde geweest is. In plaatsen waar men hun overal schande en smaad heeft aangedaan, inzonderheid bij den Assyriers en Chaldeen, die hun spot met Gods volk dreven.